Monday, December 29, 2008

Biography of Ilse Schoobaar-Anthony

I was born in Bonaire on July 29th 1949 in a regular family of father, mother, three sisters and one brother. I was the youngest of all and was named: Ilse Beatrix Anthony.
After
finishing high school in Bonaire I moved to Curacao for three years, where I attended the school for Kindergarten teachers.
I worked at the Orchid Kindergarten in Bonaire from 1970 till 1971 and then I married Richard Schoobaar on December 23rd of 1971 and together we lived for 15 years in Curacao, where our children Daphne and Jurgen were born.
I worked at the Holy Joseph Kindergarten from August 1972 till February 2002.
After a thyroid operation I was unable to work as a teacher. That’s when I began writing: poems and short stories for children and adults.
On September 17th 2007 my first book (For children) was published; it was named: Run Miki, run!
On September 15 of 2008 another book was published: Bisami mi n’ por! (Tell me I can’t do it!)
In this book, for adults, I tell the love story of my husband and me, from the day we met till the day he died on October 5th 1987.

Friday, December 19, 2008

Get up!

Get up people,
don’t let others scare you.
You deserve a better life,
get up and live.

Listen to the birds
singing in the trees.
Come on
open your eyes
and enjoy life.

You are decent people
who deserve
to be treated properly.
Get up now
and start living.

Tears

Tears of happiness,
tears of pain.
Tears of anger,
tears of a mother.

The day I held my newborn
babies in my arms,
and realized they were really mine,
I cried tears of happiness.

The day my husband died
I cried tears of pain and sadness.
The betrayal of a good friend
made me cry tears of anger.

Those were tears flowing
for one moment.
But the tears of a mother
are never ending stories.

Seeing your child drop out of school,
without knowing how to help him.
Feeling your child isn’t happy
and being unable to reach him.

Those are tears
of a mother in despair.
A mother who feels guilty,
because she knows
she didn’t do her job right.

Count your blessings

My leg hurts,
my back is aching
my purse is empty
but my head is full
of things I can’t stop worrying about.

The roof needs repairing
my car is falling apart
I’m desperate and tired
something has to happen
I can’t go on like this anymore.

But then I realize
there is definitely
something I can do.
I can count my blessings!
Why didn’t I think of that?

The list I make of all my blessings
is endless and beautiful.
I feel like a millionaire.
My blessings are mine
and nobody can take them away from me.

Thoughts after nineteen years

It wasn’t love at first sight,
but after a while I knew you were all right.
We fell in love
and were blessed from above
with two kids: a girl and a boy,
who filled our marriage with laughter and joy.

You were my friend, my father, my brother,
we spent a lot of time together.
But first of all you were my husband,
the one I would have picked out of a thousand.

There is one day I will never forget,
that is an evening in October, just after sunset.
That day my love story of fifteen years fell apart,
I couldn’t believe it; my God it was so hard.

My heart was broken; my life was a mess,
and I was losing my mind, I guess.
In a few seconds my children lost their dad,
and I lost my man, what made me so sad.

The years that followed were full of pain.
I looked for you everywhere, but in vain.
I should have written this poem years ago
perhaps then I would have learned to let go.

Keep praying

Keep praying,
don’t stop.
Sometimes life
has very unpleasant surprises.

Never think: I’m tired of waiting
just go on praying
and you will notice
that God was listening
all the time.

When your prayers
are finally heard,
kneel down and pray
to Jesus our Lord
who took your hand
and lead you into his light.

Biografie Ilse Schoobaar-Anthony

Op 29 juli 1949 ben ik op Bonaire geboren, in een gezin dat bestond uit: vader, moeder, één broer en vier zusjes, waarvan ik de jongste was.
Ik werd Rooms-Katholiek gedoopt en kreeg de naam: Ilse Beatrix Anthony.
Ik bezocht de St. Bernard basisschool en daarna de Lourdes Mulo, allebei in Kralendijk.
In juli 1967 verhuisde ik naar Curacao waar ik de Opleiding voor Kleuterleidsters ging volgen.
Drie jaar later had ik mijn diploma in mijn zak en ging ik terug naar Bonaire, waar ik tot en met november 1971 werkte als kleuterleidster aan de Orkidia Kleuterschool.
Op 23 december 1971 trouwde ik met Richard Schoobaar en ging op Curacao wonen.
Van maart t/m juni 1972 werkte ik als invalster bij een openbare kleuterschool.
Van augustus 1972 tot en met februari 2002 was ik werkzaam als kleuterleidster aan de Sint Jozefkleuterschool, waarvan drie jaar als waarnemend hoofd.
In 1976 kreeg ik een dochter, Daphne en in 1979 een zoon, Jurgen.
Op vijf oktober 1987 overleed mijn man aan de gevolgen van een hersenbloeding,
In februari 2002 onderging ik een schildklieroperatie, wat tot gevolg had dat mijn rechterstemband verlamd bleef.
Hierna kon ik niet meer in de klas werken.
In augustus 2002 werd ik, na gesolliciteerd te hebben, aangenomen als medewerkster bij Kambio, een functie waar ik wegens mijn a.o. periode pas in januari 2004 mee kon beginnen.
Kambio, wat verandering betekent, is een multifunctioneel centrum van het R.K. Schoolbestuur, dat gevestigd is in het gebouw van de Sint Jozefkleuterschool. ( nu Kolegio Sta. Famia eerste cyclus)
In Kambio worden workshops en vergaderingen gehouden, het personeel van alle R.K. scholen kan er terecht om op de computers te werken en materiaal voor in de klas te maken.
De leidsters kunnen gebruik maken van de kopieermachines, van de bibliotheek en van de expertise van de twee remedial teachers, die ook werkzaam zijn in Kambio.

Van 2004 tot en met december 2006 werkte ik als medewerkster in Kambio, wat inhield:
· Workshops helpen organiseren en meehelpen bij het maken van materiaal voor het Funderend Onderwijs.
· Licht administratief werk verrichten
· Kinderen met moeilijkheden observeren en verslag doen aan het hoofd van Kambio, Mevr. Astrid Kleinmoedig-Nita.
· Verhalen en rijmpjes voor kinderen schrijven.
· Materiaal voor in de klas ontwerpen en maken.
· Kopiëren van documenten en alles wat nodig was, plastificeren van plaatjes voor het F.O., certificaten etc.
Van januari 2007 tot januari 2008, werkte ik weer bij de Sint Jozefkleuterschool, nu als begeleidster voor de leerlingen die extra hulp nodig hebben.
Dit werk deed ik in Kambio.
Vanaf januari 2008 werk ik op kantoor bij het Rooms Katholiek Centraal Schoolbestuur, waar ik testresultaten invoer op de computer.


Literaire ontwikkeling


Ik heb altijd van lezen gehouden. Mijn moeder las graag en misschien heb ik het van haar meegekregen.
Een van mijn oudste herinneringen die te maken heeft met lezen, gaat terug naar mijn lagere schooltijd.
Ik zat in de vijfde klas en mocht op een keer in de grote vakantie het hoofd van de school, Soeur Hermenegilda, helpen met boeken kaften.
Als beloning kreeg ik na afloop een afgekeurd bibliotheekboek: “Als twee druppeltjes water.”
Ik heb dit boek stukgelezen; daarna las ik alles wat ik in handen kreeg.
Ik werd vaste klant van de bibliotheek en later van de bibliobus.
Eenmaal op de Mulo was ik dol op opstellen maken en tekst verklaren.
Op de Opleiding voor kleuterleidsters kregen we soms gedichten die we moesten verklaren en er je mening over geven; daar kreeg ik altijd een negen voor.
Toen ik als kleuterleidster ging werken, maakte ik zelf kinderrijmpjes en ik schreef ook korte verhalen om aan de kinderen te vertellen.
Ook voor mijn zoon en dochter verzon ik allerlei verhaaltjes voor bij het slapengaan.
Toen ik in de kertsvakantie van 2003 met ziekteverlof thuis was, schreef ik 62 kinderrijmpjes.
Daarvan heb ik er tien uitgekozen om er een verhaal over te schrijven.
In juni 2004 gaf het R.K.Schoolbestuur deze verhalen en rijmpjes uit in twee aparte boekjes en deelde ze uit aan alle Roomskatholieke kleuterscholen.
In juli 2005 begon ik gedichten te schrijven voor volwassenen.
Ik had daarvoor wel gedichten geschreven voor mijn dochter en mijn zoon, maar nu was ik er constant mee bezig.
Het eerste gedicht dat ik schreef was in het Papiaments en het was bedoeld voor mijn toen 91 jarige moeder om haar te bedanken voor alles wat ze altijd voor ons had gedaan.
Daarna schreef ik een ander gedicht over haar, nu in het Nederlands.
Dit gedicht werd als “gedicht van de week” gepubliceerd in Story.
Vlak daarna schreef ik nog twintig korte kinderverhalen en ook meer kinderrijmpjes, allemaal in het Papiaments.
In november 2006 werd een gedicht van mij, geschreven in het Nederlands, benoemd tot
“ gedicht van de maand” op de Nederlandse website VPSG.
In september 2007 werd een kinderboek van mij gepubliceerd:
“Kore Miki, kore!” (Rennen, Miki, rennen!)
Verder heb ik veel manuscripten die nog moeten worden uitgegeven.
Sinds Januari 2007 schrijf ik gedichten in het Engels en ik stuur ze regelmatig naar Amerikaanse websites, zoals Poetry.com, PoetrySoup, Mattia.com en Voices.net.
Ze zijn allemaal via google.com te zien.
Ook stuur ik gedichten naar Nederlandse websites, die zijn via google.nl te zien.
Verder corrigeer ik tekst in het Papiaments en het Nederlands en ik vertaal ook vanuit het Papiaments, Nederlands, Engels en v.v. (meestal schoolwerk)

Mi yu hòmber stimá

E avion a bai hibabo,
te Hulanda, leu fo’i mi.
M’a para, hopi tristu,
wak bo subi trapi bai.

Sinku aña ta bai hasi,
ku b’a laga kas bashí;
sin bo músika stimá
ku ta zona fo’i tempran...

Kuantu biaha mi n’ lanta ‘nochi
kana rònt mi so den kas;
para wak e telefon
sin por bèl, pasó ta lat
i sigur bo ta drumi.

Ora ku bo bin fakansi,
mi ke tene e dianan,
mi n’ ke pa nan kore pasa,
pa bo tin ku bolbe bai.

Mi stimabo, mi yu hòmber,
mi ta orguyoso di bo,
manera un mama so por ta
di su prens, su yu stimá.

Aña ta bai kaba

Fo’i ora Novèmber parti na dos,
Yoya ta kuminsá sinti un kos.
E n’ por sinta, e n’ por para,
sodó ta kore na su kara.

E ta kuminsá ta manda,
pió ku doño di kualke banda.
“Yuchi, abo ta fèrf den kas,
anto Chichi, laba tur glas.”

Despues e ta bira wak Karina
i mesora e ta bisa:”Laba tur kortina;
Donny, prepará e konfó
pa sensia pone fuku porta ’fó.”

Porfin ta 31 di desèmber,
asina un ham ta freska den un hèmber.
Ayakanan ta kla trahá
i Yoya su lomba bon fahá.

Pasobra awe te anochi di bula kandela,
bula kandela, kai bèk riba suela.
Sensia kurpa pa trese suèltu
i spera ku bida lo dal un mihó buèltu.

Até, nan a tira un dònderbos,
kachónan ta yora manera bestia feros.
Tambú ta zona subi un i tur su preshon,
kontamentu di sekònde tin tur hende su atenshon.

Un áwaseru di klapchi ta zona,
siguí p’e stèm pisá di Ramona:
“Bon aña, bon aña famianan,
ban brasa otro manera ruman.”

Radio ta toka tambú pa zoya,
tur hende ta balia rondo di Yoya.
Te den oranan di mardugá
kada hende ta bai bèk nan lugá,
despues di a deseá otro un biaha mas
bon aña, salú i hopi pas.

Het licht in onze ogen

We hebben heel lang op je moeten wachten;
ik heb gehuild tijdens vele donkere nachten.
We hadden de hoop al bijna opgegeven,
maar op een dag kwam jij in ons leven.
Als een zonnestraal, geheel onverwacht,
was jij er, een schatje, mollig en zacht.


Jij werd ons licht, de spil van ons leven,
een prachtig geschenk, door God ons gegeven.
Opeens draaide alles, ja alles om jou,
ik wist toen direct dat ik van je houden zou.
Het licht dat je uitstraalde verlichtte ons bestaan,
alle zorgen waren meteen van de baan.


We konden ons geluk echt niet meer op,
jij zette alles helemaal op zijn kop.
Jij bent altijd het licht in onze ogen geweest
en jou in huis hebben was één groot feest.
Je bent nu een leuke volwassen vrouwen geloof me:
ik hou nu nog veel meer van jou

Dag moeder, ik ben het.

Ze praat met mij
en lacht daarbij.
Ze zucht en kijkt opeens niet blij.
Verdrietig zit ik er maar bij;
ze kijkt naar mij en is niet blij.

Geen woord, geen daad
verdrijft het kwaad
dat traag maar zeker nader sluipt;
tersluiks bij haar naar binnen kruipt
en gauw bezit neemt van haar geest,
die eens zo vlijmscherp is geweest.

Ik zie haar denken,
ik voel haar pijn.
Haar handen en haar ogen wenken:
kom dichterbij, wie je ook mag zijn.

Ach moeder toch, ach moeder lief,
wat ben ik razend op die dief
die elke dag een stukje pakt
van jouw verstand, eens zo intact.

Maar ach, de jaren tellen ook mee,
en volgens mij valt het heus niet mee,
om eenennegentig lange jaren
probleemloos voort te blijven varen
op de wilde golven van het leven
die je soms ook veel leed kunnen geven.

Nu kan ik er weinig meer aan doen,
ik kruip bij jou en geef je een zoen.
Lief, schattig moedertje van mij
ik ben bij jou, dat maakt mij blij.

Had ik maar...

Het was geen liefde op het eerste gezicht,
ik ben pas later voor je charmes gezwicht.

Jij haalde mij altijd meteen uit de put,
zelfs als ik erbij zat, compleet zonder fut.

Bij jou kon ik terecht met een lach en een traan.
Met die blik in je ogen kreeg je alles van mij gedaan.

We konden soms praten tot diep in de nacht,
met je vrolijke aard had je mij in je macht.

Op een dag richtte Cupido zijn pijltjes op mij,
jij wist het meteen, je was er zelf bij.

Wat volgde was een liefde zo mooi en zo rein,
wij wilden meteen voor altijd samen zijn.

We trouwden en stichtten een heel leuk gezin,
om mij te behagen was niets jou te min.

Maar het noodlot, dat kreng, zette plotseling een punt
achter 15 jaar huwelijk ,meer werd ons niet gegund.

Mijn hart was gebroken, mijn wilskracht aan flarden.
Die folterende pijn was bijna niet te harden.

Wat mij toen nog restte waren jouw twee kopieën,
waarvoor ik God dankte op mijn blote knieën.

Mijn man, mijn vriend en mijn kameraad,
ik mis je nog steeds, na negentien jaar.

De pijn is gesleten, ik ben niet meer kwaad,
maar vergeten, dat valt me nog altijd heel zwaar

Vandaar dit gedicht, een liefdesverklaring,
want echte liefde die kent geen verjaring.

Hád ik dit gedicht maar jaren geleden geschreven,
dan was ik misschien anders omgegaan met mijn leven.

Na regen komt zonneschijn

Je bent vertrokken,
naar het verre Nederland.
Je hebt je laten lokken
door het avontuur in een vreemd land.

Verdrietig zag ik je het vliegtuig ingaan,
dat jou meenam, ver van mij vandaan.
Ik werd getroost door iedereen;
en daarna regen de dagen zich ineen,
in een lange, trieste ketting
van gemis, verdriet en ontzetting.

Ik gunde je je vrijheid,
al was het voor mij een moeilijk afscheid.
Ik wilde je beschermen
tegen jezelf en tegen andere mensen.
Maar het mocht niet baten,
dat had ik gauw genoeg in de gaten.

Mijn zoon, mijn jongen, ik heb me zorgen gemaakt,
en vaak heb ik diepe zuchten geslaakt.
Maar het leven gaat door,
zet je beste beentje voor.
Je weet dat ik van je hou
en vergeet dit nooit: ik ben trots op jou!