Friday, December 19, 2008

Dag moeder, ik ben het.

Ze praat met mij
en lacht daarbij.
Ze zucht en kijkt opeens niet blij.
Verdrietig zit ik er maar bij;
ze kijkt naar mij en is niet blij.

Geen woord, geen daad
verdrijft het kwaad
dat traag maar zeker nader sluipt;
tersluiks bij haar naar binnen kruipt
en gauw bezit neemt van haar geest,
die eens zo vlijmscherp is geweest.

Ik zie haar denken,
ik voel haar pijn.
Haar handen en haar ogen wenken:
kom dichterbij, wie je ook mag zijn.

Ach moeder toch, ach moeder lief,
wat ben ik razend op die dief
die elke dag een stukje pakt
van jouw verstand, eens zo intact.

Maar ach, de jaren tellen ook mee,
en volgens mij valt het heus niet mee,
om eenennegentig lange jaren
probleemloos voort te blijven varen
op de wilde golven van het leven
die je soms ook veel leed kunnen geven.

Nu kan ik er weinig meer aan doen,
ik kruip bij jou en geef je een zoen.
Lief, schattig moedertje van mij
ik ben bij jou, dat maakt mij blij.

No comments:

Post a Comment